Een gelukkig talent

In het jaar 1900 heeft kunstschilderes Wilhelmine Johanne Louise Kiehl (1862-1922) een solotentoonstelling in de Kunstzaal van de Haagsche Kunstkring, Heerengracht 13. De expositie van haar schilderijen en aquarellen krijgt echter niet louter opgewekte recensies. Integendeel, sommige schrijvende bezoekers zijn maar gematigd enthousiast over de kwaliteit van het oeuvre dat Kiehl tot dan toe bijeen heeft geschilderd. Beter had Kiehl zich tot bloemstukken beperkt, zo lijkt de consensus onder critici. Met haar geschilderde bloemen heeft Kiehl dan ook al veel successen geboekt en internationaal geëxposeerd. Een van haar eerste recensenten weet in 1889 al te melden dat Kiehl een gelukkig talent voor het schilderen van bloemen bezit.

Over de periode voorafgaand aan de expositie in de Kunstzaal gaat deze post. Een volgende wijd ik aan de periode erna, wanneer Kiehl nog veel meer ‘gelukkige talenten’ naast schilderen blijkt te bezitten.

Kralingen, Hull, Voorburg

Wilhelmine Kiehl wordt geboren in Kralingen (Rotterdam) in 1862, volgens de geboorteregisters in Rotterdams archief (4.753, akte 53). Daaruit blijkt dat ze de oudste dochter is van Adolphe Hermann Kiehl, kapitein ter koopvaart, en huisvrouw Anna Hendrika Elisabeth le Comte. Op 15 november 1846 waren Kiehls ouders in Voorburg getrouwd, volgens het huwelijksregister van die gemeente.

Een jaar na Wilhelmine wordt haar zus Maria Wilhelmina geboren, op 17 oktober 1863 en daarna volgen ten minste nog een meisje en een jongen: Catherina Sybilla (ca 1871) en James Henry Francis Kiehl (ca 1876). Tijdens de geboortes van de laatsten woont het gezin in Hull. Daarheen is het in 1869 vertrokken, zo blijkt uit het bevolkingsregister van Rotterdam, maar in 1880 zijn ouders en kinderen weer terug in Nederland. Dan wonen ze in Voorburg. Kiehls vader is inmiddels uitgever-directeur van het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage.

Dan wordt nog een jongetje geboren, levenloos. Gerardus Henricus Koens (1845-1922), beeldhouwer en kennelijk bekende van het gezin, doet aangifte van het doodgeboren kindje.

Wilhelmine Johanne Louise Kiehl, Vaas met rozen en tulpen, gemonogrammeerd ‘W.K.’, mogelijk hetzelfde paneel als welk geveild werd in Londen bij Phillips op 18 juni 1991, lot 20. Bron: invaluable.com.

Wie Kiehl motiveert om te gaan tekenen en schilderen, is niet duidelijk, maar zeker is dat ze haar opleiding gaat volgen aan de Haagse Academie. Daarnaast krijgt ze in de periode rond 1896-1898 lessen van kunstenaar Philip Zilcken.

Een gelukkig talent

Kiehls talent openbaart zich snel. Al sinds 1887 stelt Kiehl haar schilderwerk geregeld tentoon. Eerst zijn dat één of twee werken in grotere groepstentoonstellingen of bij een handelaar. (Zie ook het indrukwekkende tentoonstellingsoverzicht van Kiehl hieronder.) Bovendien is ze succesvol. Recensenten komen namelijk lovende bewoordingen te kort om haar geschilderde bloemen te beschrijven.

Na een tentoonstelling in de Koekamp in Den Haag schrijft een journalist over Kiehl, dan 27 jaar oud:

De jeugdige schilderes verraadt … een gelukkig talent in het weergeven van het dunne en teere bloemblad. Van daar de bekoorlijke frischheid in die [sic] eerste schilderij, die zich in hare volgende niet moge verloochenen.

Kiehls “frissche eersteling”, zoals de recensent van Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage het bloemstuk omschrijft, is een doek met rododendrons dat eerder bij kunsthandel Goupil op de Plaats in Den Haag te zien is geweest. [1]

Poëzie

Naar een tentoonstelling van levende meesters in Amsterdam 1889 stuurt de bloemschilderes vervolgens een voorstelling van enkele rozen. Hoewel een recensent van Het nieuws van de dag opmerkt dat de toevoeging van andere kleuren de Struik witte rozen van “Mej. Riehl [sic]” ten goede zou zijn gekomen, is de recensent van Dagblad van Zuidholland laaiend over het schilderij:

Hoe bijzonder schoon de zachtste tinten tot haar recht kunnen komen, leert ons mej. Kiehl, van ’s Hage. Een achtelooze bevalligheid schonk zij aan haar struik witte rozen. Uit eenige forsch getoetste bladeren komen de zwakke schoonen te voorschijn, zacht, liefelijk en teeder, zóo teeder dat een paar van heur bladerkeur ontvallen zijn en wiegelen in het water. Daar ligt poëzie in en even gevoelig voor natuur en kunst moet wel degene zijn, die dit verdienstelijk stuk van een onzer jongere schilderessen door aankoop tot het zijne heeft gemaakt.

– Anoniem, ‘De tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Amsterdam’ ,Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (7 oktober 1889), p. 5.

Weer een ander jubelt:

Hoe genotvol is de aanblik der “Waterlelies” van mejuffrouw Kiehl!

De journalist doet deze uitroep naar aanleiding van een schilderijententoonstelling in Arnhem in datzelfde jaar. Ook een anonieme recensent die in 1890 een tentoonstelling van Kunstclub Rotterdam bezocht, gebruikt woorden als “gelukkig in toon”, fraaij” en “uitstekend geslaagd” om diverse aspecten van een schilderij met waterlelies te beschrijven.

Haagse kunsthandel

Kiehl exposeert op tentoonstellingen, maar haar werk hangt ook ter bezichtiging in Haagse galeries. Al in 1887 heeft ze haar eerste werk in de etalage van Maison Goupil, later ook Boussod, Valadon & cie (zie ook het tentoonstellingsoverzicht hieronder). Die tonen met regelmaat stukken van de kunstschilderes.

In 1891, 1892 en 1899 exposeert Kiehl vervolgens bij Biesing aan de Molenstraat, in 1898 bij Alexander Meijer aan de Celebesstraat en in 1898 en 1899 bij boek- en kunsthandel Vormer aan de Prinsessegracht. Tussendoor hangt Kiehls werk bovendien bij Maison Artz. Dit kunstbedrijf zit tot 1900 aan de Laan van Meerdervoort en daarna aan de Lange Vijverberg in Den Haag. Maison Artz exposeert het werk van Kiehl ten minste in 1895, 1897 en 1901. Bovendien faciliteert Hélène Artz-Schemel de tentoonstelling in Pulchri Studio in 1896 met een portefeuille van tekeningen van verschillende kunstenaars. Daartussen zit ook een stuk van Kiehl dat daar een koper vindt.

Formulier ingevuld door Wilhelmine Kiehl, voor Maison Artz, rond 1900
Formulier ingevuld door Wilhelmine Kiehl voor Maison Artz, rond 1900. Haags Gemeentearchief, schildersbrieven Collectie G.M.F. Artz-de Waard, geschonken maart 1941, nr. 92. Bron: archieven.nl

Exposities blijven niet beperkt tot kunsthandelaren in Den Haag. In drie opeenvolgende jaren – 1898, 1899 en 1900 – exposeert Kiehl bijvoorbeeld ook bij Kunstzalen Oldenzeel in Rotterdam en in 1900 bij Gerbrands in Arnhem.

Over de grens

Tegelijkertijd stelt Kiehl haar werk tentoon in Londen, bij Olympia. Daarover plaatst Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage in 1889 een kort bericht:

Berichtgeving in Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage over de expositie van Kiehl in Galerie Olympia Londen
Expositie van Kiehl in Galerie Olympia Londen, berichtgeving in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (26 juni 1889), p. 5. Bron: Delpher

Later dat jaar hangt Kiehls werk bovendien in Dowdeswell’s Gallery, New Bond Street, en Koekkoek’s Gallery, Piccadilly. Journalisten van diverse Engelse kranten – Eastern Daily Press, Western Daily Mercury, East Anglian Daily Times (21 oktober 1889) en Brighton Argus (23 oktober 1889) – berichten hierover en omschrijven de kunstschilderes als

a young Dutchwoman, whose works already command much attention in her native country

In Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage verschijnt op 7 november 1889 nog een recensie over het najaarskunstseizoen in Londen. Hierin doet de recensent relaas van bezoeken aan verschillende galeries in de Engelse hoofdstad. Daar figureert ook Rhododendrons van Kiehl, bij Dowdeswell, als “een met zeer veel talent en kunstvaardigheid geschilderd kunstwerk”.

De internationale carrière houdt daar niet op: In 1893 is de jonge schilderes zelfs aanwezig op de algemene tentoonstelling in Brussel met een schilderij Rozen: Gloire de Dijon.

Kopers

Kunstliefhebbers die een bloemstuk van Kiehl willen kopen, kunnen dus op tentoonstellingen en bij kunsthandelaren terecht. En dat gebeurt dan ook. Zo wisselt Struik witte rozen bijvoorbeeld snel van eigenaar, volgens opgave in Het nieuws van de dag (19 oktober 1889). Als de koper daarop niet heeft afgedongen, heeft deze 200 gulden betaald, zo weten we uit de prijslijst van de tentoonstellingscatalogus 1889. Bovendien, koopt Maatschappij ‘Arti et Amicitiae’ in 1898 een aquarel van violen voor een verloting. Ook tijdens de tentoonstelling in Kunstzaal Den Haag 1900 doet Kiehl meteen na aanvang al verschillende van haar schilderijen en aquarellen van de hand, bericht Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (24 april 1900).

Kiehls werk raakt zo aardig verspreid. Haar Gele rozen bijvoorbeeld komt terecht in de gerenommeerde kunstcollectie van kunstverzamelaar Charlotte Cathazrina de Man-Calkoen. Die collectie is in 1899 onderwerp van een tentoonstelling in Arnhem waar ook Kiehls rozen te zien zijn. Bovendien schaft een kunstkoper in New York Witte rozen aan en iemand in Londen een bloemstilleven met chrysanten, mogelijk als Kiehl daar exposeert. (Zie formulier Maison Artz hierboven) Des te vreemder is het dat het niet lukte om enkele van deze schilderijen te traceren, niet in musea, maar ook niet in de kunsthandel.

Aankondiging van een tentoonstelling van schilderijen en tekeningen van Wilhelmine Kiehl in Gerbrands Kunstzaal, Arnhem
Tentoonstelling van schilderijen en tekeningen van Wilhelmine Kiehl in Gerbrands Kunstzaal, Arnhem, aankondiging in Arnhemsche courant (31 september 1900). Bron: Delpher

Prijzen

Wat moeten mensen betalen voor een schilderij? Van sommige van Kiehls schilderstukken en aquarellen zijn vraagprijzen bekend omdat bij de tentoonstellingscatalogi gepaard gaan met een prijslijst. Ter illustratie, op de driejaarlijkse tentoonstelling te Rotterdam in 1891 zijn Gele rozen (nr. 223) te koop voor 200 gulden, net als Dahlia’s (nr. 129) in 1897. Op een andere tentoonstelling in 1893 zijn twee werken (nrs 192 en 193) te koop voor 250 en 150 gulden. Dat het tweede goedkoper is, is wel te verklaren Het gaat om een “kleiner werk”, zo merkt een tentoonstellingsrecensent in Dagblad van Zuidholland op. Nog twee voorbeelden: Pioenrozen (nr. 114) in Den Haag 1896 moet 300 gulden kostten en Rozen (nr. 226) in Rotterdam 1894 maar liefst 450 gulden.

Deels afhankelijk van de grootte van een werk variëren vraagprijzen dus grofweg tussen 150 en 450 gulden. Daarop kan een geïnteresseerde koper waarschijnlijk wel iets af dingen, zo merkt kunsthistorica Hanna Klarenbeek op in haar prachtige studie Penseelprinsessen & broodschilderessen uit 2012. Aquarellen zijn bovendien een stuk goedkoper. Zo is Pensées [Viooltjes] op de internationale tentoonstelling in Maastricht (nr. 400) te koop voor 40 gulden en Iris (nr. 227) in Rotterdam 1894 voor 50.

Kritische noten

In eerste instantie zijn het vooral de recensenten van Dagblad van Zuidholland die Kiehl op de voet volgen. Van die krant is, zoals gezegd, Kiehls vader een der directeuren. Dat haar werk juist de recensenten van deze krant opvalt is dus wellicht geen toeval, maar recensenten van andere kranten volgen. In 1893 is bijvoorbeeld een werk van Kiehl te zien op een tentoonstelling in Den Haag. Dat doek valt ook een recensent van Het vaderland op:

Mej. Kiehls gele rozen zijn los en smaakvol geteekend en fraai van kleur.

– E.G.O. ‘”Levende meesters” in de Academie’, Het vaderland (17 augustus 1893), p. 2 via Delpher

Bovendien noemt een journalist van Nieuws van den dag Kiehls Dahlia’s als een van de stukken die “de aandacht trekken” op de tentoonstelling in Arnhem in 1897. Kiehls werk kan dus de goedkeuring van veel kunstrecensenten wegdragen, zo blijkt. Toch is er weldegelijk ook kritiek. Naar aanleiding van de Brusselse Exposition génerale 1893 meende A. de Ticheler bijvoorbeeld dat “De Rozen van W.J.L. Kiehl, hoewel verdienstelijk, kunnen ons die van Mevr. Vogel-Roosenboom, die te Arnhem ten toon stelde, niet doen vergeten.”

Affiche voor de Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid, 1898
Affiche voor de Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid, 1898, ontwerp Suze Fokker. Amsterdam, Atria, A2991 [affiche]. Bron: atria.nl

Ook naar aanleiding van de Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid in Den Haag 1898, samengesteld door gevestigde kunstenaressen Sientje Mesdag-van Houten, Marie Bilders van Bosse en Barbara van Houten, merkte een anonieme recensent in de Arnhemsche courant op:

De Begonia’s van mejuffrouw Kiehl zijn minder prijzenswaard: het groen en rood van dit kleine schilderijtje staat al bijzonder bont tegen elkaar, terwijl de vakmannen het geheel als “niet uit de verf” zouden qualificeeren.

Toch blijft het bij enkele korte kritische noten. Tót de solotentoonstelling in de Kunstzaal in 1900.

Meer dan een schilderes

Over die solotentoonstelling kom ik in mijn volgende post te spreken. Ook ga ik daar in op Kiehls veelzijdigheid, want ze is veel meer dan kunstschilderes. Ondanks de successen tot dan toe ontplooit ze na 1900 ook andere activiteiten. Behalve als kunstenares gaat ze aan de slag als wetenschapsjournalist, oorlogscorrespondent voor Chicago News en als schrijfster-hertaler van kinderverhalen.


Tentoonstellingen

Het volgende tentoonstellingsoverzicht van Wilhelmine Kiehl is op basis van (gedigitaliseerde) tentoonstellingscatalogi, te vinden op RKD Explore. De lijst van catalogi volgt aan het einde van deze pagina. Als de kennis over een tentoonstelling uit een andere bron komt, zoals een krantenbericht, dan staat de verwijzing erbij. Het moge duidelijk zijn dat ik dit overzicht zonder Delpher van de KB – Nationale Bibliotheek evenmin had kunnen maken.

Den Haag 1887: Goupil & Co, Plaats [aankondiging in Haagsche courant (28 december 1887) via Delpher]

  • Bloemstuk (waarschijnlijk Rhododendrons, zelfde als hierna blijkens de recensie over Den Haag 1888)

Den Haag 1888: Tentoonstelling van hedendaagse meesters in den Koekamp [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (5 juni 1888) via Delpher]

  • Rhododendrons

Londen 1889: Galerie Olympia [melding in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (26 juni 1888) via Delpher]

  • “Akadodendrons” [Rhododendrons] (“met onderscheiding”)

Amsterdam 1889: Tentoonstelling van levende meesters

  • Struik witte rozen (nr. 219); abusievelijk “mevr. Riehl” in Het nieuws van den dag (14 oktober 1889) via Delpher

Londen 1889: Dowdeswell, New Bond Street [recensies in verschillende Londense kranten en Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (7 november 1889) via Delpher]

  • Rhododendrons

Rotterdam 1890: Kunstclub Rotterdam [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (18 januari 1891) via Delpher]

  • Waterlandschap met lelieën
  • Chrysantemums

Den Haag 1890: aquarellen, pen en crayontekeningen van diverse kunstenaars op programmaboekjes bij toneelopvoering van de Haagsche afdeling van het Nederlandsch Toneelverbond [vermelding in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (26 april 1890) via Delpher]

  • onbekend

Den Haag 1890: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (13 mei 1890) via Delpher]

  • Waterlelies (nr. 233)

Arnhem 1890: Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • Waterlelies (nr. 244)

Den Haag 1891: Biesing, Molenstraat [aankondiging in Haagsche courant (9 juni 1891) via Delpher]

  • Orchidee

Rotterdam 1891: Driejaarlijkse tentoonstelling

  • Gele rozen (nr. 223)

Den Haag 1892: Biesing, Molenstraat [aankondigingen in Het vaderland (12 januari 1891) via Delpher en Haagsche courant (13 januari 1892), ook via Delpher]

  • Bloemen, twee aquarellen

_ 1893: Boussod, Valadon [aankondiging in Haagsche courant (28 december 1893) via Delpher]

  • Rozen

_ _: Driejaarlijkse stedelijke tentoonstelling in de Academie voor Beeldende Kunsten

  • Rozen (nr. 192)
  • Vaas met bloemen, “een kleiner werkstuk” (nr. 193)

Arnhem 1893: Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • Mand met rozen (nr. 203)
  • Rozen (nr. 204)

Brussel 1893: Exposition Générale des Beaux-Arts

  • Rozen: Gloire de Dijon (nr. 360)

Amsterdam 1893: Tentoonstelling van de Nederlandse Handelsreizigersvereeniging bij een loterij tot vorming van een ondersteuningsfonds (aankondiging in Het vaderland (12 december 1893) via Delpher]

  • onbekend, “schilderijen of teekeningen”

Den Haag 1893: Boussod, Valadon (aankondiging in Haagsche courant (28 december 1893) via Delpher]

  • Rozen

Rotterdam 1894: Driejaarlijksche tentoonstelling

  • Rozen (nr. 226)
  • Iris, aquarel (nr. 227)

Den Haag 1894: Tentoonstelling der loterij ten voordeele der kinderbewaarplaatsen te ‘s-Gravenhage [aankondiging in Het vaderland (4 oktober 1894) via Delpher]

  • onbekend

_ 1895: Internationale tentoonstelling van kunstbloemen en kunstvruchten, alsmede van schilderijen en aquarellen van bloemen en vruchten

  • onbekend (bronzen medaille, zie ‘Lijst der bekroningen’, in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (11 mei 1895) via Delpher)

_ _: Maison Artz [aankondiging in De avondpost (26 november 1895) via Delpher]

  • Winter in het Haagsche Bos

_ 1896: Tentoonstelling van een portefeuille met aquarellen van mevr. Artz, in Pulchri Studio [in Het vaderland (18 februari 1896) via Delpher]

  • Teekening(en)

_ _: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • Pioenrozen (nr. 114)

_ _: Boussod, Valadon [aankondiging in Haagsche courant (10 november 1896) via Delpher]

  • Zonnebloem

Maastricht 1896: Internationale tentoonstelling van schilderijen, aquarels, teekeningen, etsen, beeldhouwwerk

  • Winter in het Haagsche Bosch (nr. 126)
  • Pensées, aquarel (nr. 400)

Den Haag 1896: Fancy Fair, Zorgvliet [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (28 juli 1896) via Delpher]

  • Pensées, “breed geteekend”

_ _: Goupil & Co [aankondiging in Het vaderland (10 november 1896) via Delpher]

  • Zonnebloemen

_ 1897: Maison Artz, Laan van Meerdervoort 31 [aankondiging in Het vaderland (25 mei 1897) via Delpher]

  • Klaprozen

_ _: Boussod, Valadon [aankondiging in Haagsche courant (1 juni 1897) via Delpher]

  • Lelies “van mej. [Wilhelmine Johanna?] L. Kiehl”

_ _: Boussod, Valadon [aankondiging in Haagsche courant (28 september 1897) via Delpher]

  • Zaterdagmorgen op de boerderij

Arnhem 1897: Vierjaarlijkse tentoonstelling

  • Dahlia’s (nr. 129)

Rotterdam 1898: Kunstzalen Oldenzeel [recensies in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (10 januari 1898) via Delpher en (3 februari 1898) via Delpher]

  • Winter
  • Bloemen

Den Haag 1898: Vormer, Prinsessegracht [aankondiging in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (8 maart 1898) via Delpher]

  • Chrysanten

_ _: Vormer, Prinsessegracht [aankondiging in o.a. De avondpost (13 april 1898) via Delpher]

  • Bloemen “van mej. Willy Kiehl” in De avondpost (13 april 1898) via Delpher en “mej Wil Kiehl” in Het vaderland (13 april 1898) via Delpher

_ _: Vormer, Prinsessegracht [aankondiging in Het vaderland (3 mei 1898) via Delpher]

  • Scheveningsche vrouw “van mej. Wil. Kiehl” [“Schevenings breistertje” in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (3 mei 1898) via Delpher]

Barcelona 1898: Cuarta exposición de Bellas Artes e Industrias Artísticas (en castellà)

  • Tornasoles (nr. 642)

Rotterdam 1898: Vierjaarlijkse tentoonstelling van schoone kunsten

  • Begonia’s (nr. 192)

Den Haag 1898: Vormer, Prinsessegracht [aankondiging in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (9 juni 1898) via Delpher

  • Zaterdagmorgen op de boerderij

_ _: Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid

  • Begonia’s (nr. 31)

_ _: Perslokaal van Ned. journalistenkring [aankondiging in Haagsche courant (12 september 1989) via Delpher]

  • “een zeer fraaij schilderij” [in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (13 september 1898) via Delpher]

_ _: Alexander S. Meijer, Celebesstraat [aankondiging in Het vaderland (1 november 1898) via Delpher]

  • Bloemen

_ _: Vormer, Prinsessegracht [in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (26 november 1898) via Delpher]

  • Bloemenstudies, 3 aquarellen
  • Bloemen, 2 schilderijen in olieverf

_ 1899: Biesing, Molenstraat [aankondiging in Het vaderland (28 februari 1899) via Delpher]

  • Irissen

_ _: Vormer, Prinsessegracht [aankondiging in De avondpost (31 augustus 1899) via Delpher]

  • Bloemen, 2 aquarellen

Rotterdam 1899: Kunstzalen Oldenzeel [recensie in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (23 september 1899) via Delpher]

  • Begonia’s
  • Geraniums, aquarel

Den Haag 1899: Tentoonstelling van de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars ten behoeve van het Fonds voor Weduwen en Weezen van Beeldende Kunstenaar [aankondigingen in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (18 oktober 1899) via Delpher en (31 oktober 1899) via Delpher]

  • Buitenhuisje

_ 1899: Vormer, Prinsessegracht [aankondiging in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (18 november 1899) via Delpher]

  • Bloemstuk

Arnhem 1900: Kunstverzameling van mevrouw De Man-Calkoen [recensie in Arnhemsche courant (27 januari 1900) via Delpher]

  • Gele rozen

Den Haag 1900: Tentoonstelling van schilderijen en aquarellen, door Mejuffrouw W.J.L. Kiehl, in den Haagse Kunstkring [recensies o.a. in Het nieuws van de dag (7 mei 1900) via Delpher]

  • Rose rozen (nr. 3)
  • Meloen (nr. 4)
  • Keizerlelie (nr. 6)
  • Begonia’s (nr. 13)
  • Irissen (nr. 18)
  • Theerozen (nr. 40)
  • Zonnebloemen (nr. 42)
  • Chrysantemums (nr. 46)
  • Potje met papavers, aquarel (nr. 48)
  • Witte chrysanten (nr. 49)
  • Begonia’s, aquarel (nr. 50)
  • Japansche lelies (nr. 51)
  • Distelplant (nr. 64)
  • Pelargoniums
  • Indische kers, klein doekje
  • Boerderij op zaterdagmorgen
  • Petunia’s, aquarel
  • Zonnebloemen, aquarel
  • Rhododendron, aquarel
  • Aardappelrooiers, aquarel
  • Geraniums, aquarel
  • Stadsgezicht bij avond, aquarel

Arnhem 1900: Tentoonstelling van schilderijen en teekeningen (Bloemen) van Mej. W.J.L. Kiel in Gerbrands Kunstzaal [aankondiging in Arnhemsche courant (31 juli 1900) via Delpher]

Rotterdam 1900: Kunstzalen Oldenzeel [aankondiging in Het vaderland (6 september 1900) via Delpher]

  • onbekend (“werken”)

Den Haag 1901: Maison Artz, Lang Vijverberg 14 [in De avondpost (1 januari 1901) via Delpher]

  • Witte leliën

Arnhem 1901: Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters

  • Zonnebloemen (nr. 200)

Den Haag 1901: Maison Goupil [aankondigingen in De nieuwe courant (14 oktober 1901) via Delpher en Het vaderland (15 oktober 1901), via Delpher]

  • Dahlia’s “van mej. [Wilhelmine Johanna?] Louise Kiehl”

Scheveningen 1902: Exposition internationale

  • Lis Japonnais (nr. 7)

Literatuur

Het voorgaande tentoonstellingsoverzicht heb ik onder meer samengesteld op basis van de volgende catalogi (op alfabetische volgorde). De meeste zijn te vinden op de onovertroffen websites van de KB (Delpher) en het RKD:

  • Cat. Amsterdam 1889, Catalogus van kunstwerken van levende meesters te Amsterdam, in den jare 1889 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 22. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1890, Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, van 17 juli tot 15 september 1890 (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 21. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1893, Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, van 8 augustus tot 19 september 1893 (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 19. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1897, Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, van 8 augustus tot 19 september 1897 (eerste vierjaarlijksche) (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 15. [RKD Library]
  • Cat. Arnhem 1901, Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem (Arnhem: G.J. Thieme), p. 23. [Delpher]
  • Cat. Barcelona 1898, Cuarta exposición de Bellas Artes e Industrias Artísticas (en castellà) (Barcelona: Henrich), p. 111. [Documents de la UAB]
  • Cat. Brussel 1893, Exposition Générale des Beaux-Arts. Catalogue explicatif (Brussel: C. Lelong), p. 66. [internet archive]
  • Cat. Den Haag 1890, Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ‘s-Gravenhage, 1890 (Den Haag: Moutin & Co), p. 21. [Google Books en RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1893, Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ‘s-Gravenhage, 1893 (Den Haag: Mouton & co), p. 18. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1896, Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ’s Gravenhage, 1896 (Den Haag: Moutin & Co), p. 15. [RKD Library]
  • Cat. Den Haag 1898, Nationale tentoonstelling van vrouwenarbeid te ’s Gravenhage juli-september 1898. Catalogus: Beeldende kunsten (Den Haag: Mouton & co), p. 8. [atria.nl]
  • Cat. Den Haag 1909, J.J. Biesing (veiling), Catalogus van schilderijen, aquarellen enz. Collectiën van wijlen mevrouw de douairière jhr. O. C. Holmberg de Beckfelt te ’s Gravenhage, en van wijlen den weled. geboren heer J. Overvoorde Wzn., te ’s Gravenhage, e.a., 2e gedeelte (Den Haag: Biesing, 1909), p. 8. [Delpher]
  • Cat. Maastricht 1896, Internationale tentoonstelling van schilderijen, aquarels, teekeningen, etsen, beeldhouwwerk, enz… georganiseerd door de Sociëtiet Momus, afd. Beeldende Kunsten (Maastricht: Leiter-Nypels), p. 14 en 29. [Google Books]
  • Cat. Rotterdam 1891, Driejaarlijksche tentoonstelling 1891 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 22. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1894, Driejaarlijksche tentoonstelling 1894 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 24. [RKD Library]
  • Cat. Rotterdam 1898, Vierjaarlijksche tentoonstelling 1898 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 22. [RKD Library]
  • Cat. Scheveningen 1902, Exposition internationale à Schéveningue. Catalogue de peintures, sculptures et autres œuvres d’art (Den Haag: M. v.d. Beek’s Hof-Boekhandel), p. 10. [Delpher]

Verder

  • Hostyn, Norbert en Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880 (Knokke-Zoute: Berko, 1995), p. 234.
  • Kalmthout, Ton van, Muzentempels. Multidisciplinaire kunstkringen in Nederland tussen 1880 en 1914 (Hilversum: Verloren, 1998), p. 685.
  • Klarenbeek, Hanna, Penseelprinsessen & broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1912 (Bussum: Thott, 2012), p. 41-42, 111 en n. 70.

Noten

[1] Overigens is Kiehls vader, eerder kapitein ter koopvaart, vanaf 1879 uitgever van dit dagblad, lid van het bestuur van de naamloze vennootschap ‘Vereeniging Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage’. Het zeemansleven laat Adolphe Kiehl evenwel niet los. Als directeur-uitgever geeft hij nog eens een voordracht op verzoek van het Bestuur van de Leesinrichting waarin het leven op een koopvaardijschip centraal staat: “Het gehoor mocht, aan zijn hand geleid, een blik slaan in dat zielverheffende leven, gelijk de heer Kiehl het noemde, waarin men, dobberende op een uitgestrekte waterplas, zijn schip stuurt door de baren, gelijk men wagen en paard hanteert.” Zie Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (20 februari 1891) via Delpher.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to Top