
Open einde
Als een van de succesvolste leerlingen van Margaretha Roosenboom specialiseert kunstschilderes Wilhelmine Suy (1861-na 1913/vóór 1936) zich in dromerige stillevens. Zoals een leerlinge van Roosenboom betaamt, spelen bloemen daarin steevast de hoofdrol. In het vastleggen van rozen en zonnebloemen, rododendrons en renonkels, legt Suy vervolgens een bijzonder talent aan de dag en ze treedt al snel uit de schaduw van haar leermeester. Bovendien laat ze een onuitwisbare indruk achter op recensenten en verzamelaars, maar Suy’s verhaal is en blijft één met een open einde. Na 1910 neemt het aantal exposities namelijk af en na 1913 verdwijnt de schilderes plots van het schildertoneel, zonder nog van zich te laten horen.
Dochters
Wilhemine Suy stamt uit een vooraanstaande familie. Dat blijkt bijvoorbeeld uit hun bruiloft van haar ouders, Albert Suy en Anthonia Arnoldina Krüsemann. Wanneer de twee op 23 juni 1859 in het huwelijk treden, treden namelijk veel hooggeplaatste familieleden op.[1] Getuigen zijn onder andere Ralph Dundas Hooglandt, consul generaal van Zweden en Noorwegen, neef van Albert Suy, en een aangetrouwde oom: Henricus van Royen, generaal-majoor cavalerie, provinciaal commandant van Noord-Holland, en tevens adjudant van de koning.
Het echtpaar Suy-Krüsemann krijgt vervolgens vier dochters. De oudste daarvan, die de naam Johanna krijgt, wordt geboren in Amersfoort op 1 juni 1860. Wilhelmine volgt op 26 september 1861 en Pauline op 23 mei 1863.[2]
In oktober 1863 wordt Albert Suy, eerste luitenant der artillerie, bevorderd tot kapitein – volgens onder andere Algemeen handelsblad (5 oktober 1863) – en op 3 november verhuist het jonge gezin van Amersfoort naar Woerden.[3] Sinds oktober is Suy daar namelijk ingekwartierd als kapitein-materieel. Alberts moeder Jeanne Geurdina Tindal verhuist bovendien met het gezin mee. Zij vertrekt eveneens naar Woerden op exact dezelfde datum, 3 november.[4] Het gezin woont dan overigens in het Begijnebolwerk, onderdeel van de verdedigingswerken van de stad. Daar wordt ten slotte op 27 februari 1865 de laatste van de 4 zussen Suy geboren: Antonia.[5]
Tragedie
Na een kort verblijf in Den Haag verhuizen Suy en Krüsemann in 1864 met hun kinderen naar Amsterdam, maar daar slaat het noodlot toe. Eerst overlijdt namelijk op 30 april 1878 Anthonia Arnoldina Krüsemann, pas 43 jaar oud. De vier meisjes verliezen daarmee op jonge leeftijd hun moeder. Wilhelmine is dan namelijk 16 jaar, Pauline pas 14.

Twee maanden later overlijdt tot overmaat van ramp de oudste dochter van het gezin, Johanna, die net 18 jaar oud is geworden. Zowel moeder als dochter verblijven op het moment van hun overlijden in de Zwitserse dorpje Ouchy aan de rand van het Meer van Genève, ten zuiden van de stad Lausanne. Het is echter onduidelijk waaraan moeder en dochter lijden en of hun overlijden wellicht verband houdt met elkaar.

Minder dan een jaar later, in 1879, overlijdt dan ook nog de moeder van Albert Suy, eveneens in het Zwitserse Ouchy.[6] Het lijdt geen twijfel dat het een enorme klap moet zijn voor de achterblijvende leden van het gezin. Vader verliest immers binnen het tijdsbestek van een jaar zowel zijn moeder als zijn vrouw en oudste dochter, en de zussen Wilhelmine, Pauline en Antonia verliezen een oma, hun moeder en hun oudste zus.
Nieuwe bloemschilderes
Wilhelmine, begiftigd met artistiek talent, gaat vervolgens lessen nemen bij bloemschilderes Margaretha Roosenboom.[7] In 1884 maakt ze dan haar tentoonstellingsdebuut in Sneek met een aquarel van aardbeien die onderdeel uitmaakt van een portefeuille van de boekverkoper en uitgever, tevens collectioneur, Pijttersen.

In de keuze voor de kleine rode vruchten toont Suy zich verwant aan haar lerares Roosenboom, want ook die pakt dit onderwerp meermaals op. Een voorbeeld van Roosenbooms Aardbeien in olieverf bevindt zich bijvoorbeeld in de collectie van het Rijksmuseum. Helaas ontbreekt een afbeelding van Suy’s geaquarelleerde variant waardoor een vergelijking van de versies van leerlinge en leermeester onmogelijk is.
Chrysanten
De invloed van Roosenboom blijkt bijvoorbeeld uit een aquarel van witte rozen. Niet alleen is de compositie vrijwel identiek aan een aquarel van Roosenboom met hetzelfde onderwerp, de witte bloemen zijn geschilderd in dezelfde zachte tinten. Bovendien schildert Suy graag rozen in allerlei soorten waarvoor ook Roosenboom een uitgesproken voorkeur aan de dag legt.


Hare leerlinge
Het jaar erop maken twee van Suy’s aquarellen bovendien deel uit van een portefeuille van de gerenommeerde kunsthandel Goupil & Co. Ook Roosenboom verkoopt haar werk via deze Haagse firma en wellicht introduceert zij Suy bij deze kunsthandelaar. Naar aanleiding van de portefeuille van Goupil & Co schrijft kunstcriticus Anton Cornelis Loffelt onder diens pseudoniem E.G.O., vervolgens over Suy:
Haar “Stokrozen” en “Veldbloemen” munten uit in frischheid en kracht, maar in fijnheid van kleur en toon zal de kunst van mej. Suy nog veel moeten winnen, wil zij nog eens de hoogte bereiken, waarop de dames Roosenboom en Van de Sande Bakhuysen staan.
– E.G.O. in Het vaderland (25 maart 1885), p. 1 [Delpher]

Volgens Loffelt opereert Suy dus nog in de schaduw van haar leermeester Roosenboom. Ook tijdens een kunstbeschouwing van het Utrechtse kunstgenootschap Arti et Litteris in december 1885 worden de bloemen van de leerlinge nog genoemd in relatie tot die van haar leermeesteres.
Voorts waren er uitstekende bloemen van Mej. Marg. Roosenboom en eveneens van hare leerlinge Mej. W. Suy die door krachtig koloriet en frissche glans uitmuntten.
– M.N.J. Moltzer, in Vox studiosorum 11, nr. 32 (3 december 1885), z.p. [Delpher].
Ook een kunstcriticus van Middelburgsche courant (3 december 1885) noemt Suij “eene leerlinge van mej. Roosenboom”.
Onder Roosenbooms begeleiding maakt Suy echter wel grote stappen. In Het vaderland (21 december 1885) noemt Loffelt Suy en Roosenboom inmiddels namelijk zonder een hiërarchisch onderscheid te maken. Bovendien schrijft een recensent van de Middelburgsche courant op 15 maart 1886 over de “oude bekenden” Roosenboom en Bakhuijzen, vervolgend met de opmerking dat de Rozen van Suy bijna de wedstrijd “met die harer kunstzuster Bakhuijzen” kunnen aanvaarden. Binnen een jaar lijkt Suy haar leermeester dus ontgroeid.
In mei 1889 verhuist het gezin Suy-Rochussen vervolgens naar een statig pand aan de Keizersgracht.[8] Wanneer Wilhelmine deelneemt aan een tentoonstelling in Arnhem in 1893 en aan Amsterdamse tentoonstellingen in 1895, 1899 en 1903, wordt de Keizersgracht dan ook genoemd als haar adres.
Bloemenschoon
Hoewel het aantal tentoonstelling waaraan Suy deelneemt, rap toeneemt, gaat niet alles van een leien dakje. Zo stuurt de jonge bloemschilderes in 1892 bijvoorbeeld een aquarel Chrysanthemums aan de organisatie van de driejaarlijkse tentoonstelling van werk van levende meesters in Amsterdam. Suy’s aquarel staat immers tussen de ingezonden stukken, maar het werk krijgt geen nummer toegewezen en verschijnt ook niet in de bijbehorende catalogus.[9] Het wordt kennelijk niet geplaatst, terwijl het werk van de kunstschilderes wel aanwezig is op de stedelijke tentoonstellingen in Amsterdam daarvoor en daarna.
Desalniettemin opereert Suy al snel op hetzelfde niveau als bekendste bloemschilders. In 1895 noemt Loffelt Bakhuijzen en Suy in Het vaderland (22 februari 1895) bijvoorbeeld als grootheden die aan elkaar gewaagd zijn:
Ook de dames Bakhuijzen en Suy deden ons vruchten- en bloemenschoon genieten
Een andere recensent met de initiaal G. schrijft dan van “bloemen van mevr. Roosenboom en juffr. Suy” in Algemeen handelsblad (12 april 1896). Ook deze maakt dus geen onderscheid meer tussen leerlinge en lerares.
Smaak en liefde
Inmiddels is Suy bovendien lid van het kunstgenootschap Maatschappij Arti et Amicitiae wat haar helpt om onder de vleugels van haar lerares uit te komen. Met de leden van Arti exposeert ze vanaf 1896 geregeld in Amsterdam, vaak meermaals per jaar. Via de rondreizende portefeuille van dit genootschap is haar werk bovendien elders in den lande te zien, bijvoorbeeld in Utrecht (1896 en 1907), Den Bosch (1898), Zutphen (1903), Leeuwarden (1907) en Sneek (1909). Bovendien doet Suy geregeld mee aan gemeentelijke tentoonstellingen, onder andere in Amsterdam, Rotterdam en Arnhem.
Zie tentoonstellingsoverzicht hieronder.
Als haar werk geplaatst wordt, zijn de kritieken doorgaans lovend en de aquarelliste vindt vooral in de persoon van Loffelt een groot liefhebber. In Het nieuws van den dag (1 december 1897) schrijft deze kunstcriticus bijvoorbeeld:
Met veel smaak en liefde plaatste Mej. Suy eenige rhododendrons, rood en wit, in een blauw, Japansch vaasje.
De bloemenschilderes neemt overigens vaker rododendrons tot haar onderwerp. Andere versies worden bijvoorbeeld getoond op Artitentoonstellingen in 1902, 1903(b) en 1905(a).[10]
Broze bloemenkronen
De lof van Loffelt houdt ondertussen aan. In Het nieuws van den dag (1 mei 1902) roept de kunstcriticus namelijk, nadat hij de Arti-tentoonstelling in Amsterdam heeft bezocht: “Wat deden de aquarellen van de dames Jansen-Grothe en Suy en van den heer Gerard Muller goed!” Een jaar later schrijft hij bijvoorbeeld in Het nieuws van den dag (10 november 1902) dat “de gele kleur van Mej. Suy’s ‘Dubbele Narcissen’ … uitmuntend getroffen” is.

Ook in Het nieuws van den dag van 16 mei 1904 schrijft Loffelt onder de indruk te zijn van enkele “voortreffelijk vertolkte ‘Muurbloemen’ door Mej. Suy” en in 1905 vervolgt hij:
Van Mej. W. Suy heb ik de witte en rose “Violieren” in blauw en witgekleurd vaatwerk bewonderd; de bundels zachte, broze bloemkronen zijn vol teederheid afgebeeld
– A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (16 november 1905), p. 7 via Delpher:
Loffelt is overigens een groot liefhebber van geschilderd bloemenschoon, want hij is tevens een aanhoudend bewonderaar van de bloemenschilderes Adrienne van Hogendorp-s’Jacob, eveneens een leerlinge van Roosenboom. Over haar schreef ik eerder de post ‘Betoverende penselen’.
Relatieve roem
In 1902 is Suy overigens nog niet bij iedereen bekend, want een andere criticus, met de naam Van den Montelbaen, schrijft naar aanleiding van een Arti-tentoonstelling in Amsterdam (1902) in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (12 mei 1902):
Een knap bloemenschilder toont zich W. Suij in een paar aquarellen, voorstellende sneeuwbollen en rhododendrons. Zijn trant is zoo frisch en sappig, dat het mij verwondert dat mij zijn naam niet beter bekend is.
Niet alleen kent Van den Montelbaen Suy niet van naam, de recensent verkeert kennelijk ook in de veronderstelling dat het om een mannelijke schilder gaat.
Tafellaken
Suy stelt haar werk ook enkele malen buiten de Nederlandse grenzen tentoon. De eerste keer is in 1905 tijdens een aquarellententoonstelling in de stad Batavia in de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië (nu: Jakarta, Indonesië). Het jaar daarna maakt werk van Suy bovendien deel uit van een Nederlandse inzending naar het ‘Concours des arts de la femme’ in Parijs, gewijd aan handwerk door vrouwen.

Aan de Parijse tentoonstelling zijn bovendien prijzen verbonden en Suy’s aquarel met onbekend onderwerp wordt bekroond met een tweede prijs in de groep met de hoogste onderscheidingen. Die zijn namelijk gereserveerd voor schilderijen, aquarellen en pastels. Ter illustratie, andere bekroonden in die categorie zijn onder meer Thérèse Schwartze en Jacoba van Heemskerck.
Aan de bekroningen zijn bovendien prijzen verbonden, al zijn de bijbehorende eerbewijzen doordrenkt van genderstereotyperende opvattingen. Suy wint bij deze gelegenheid namelijk een tafellaken en zes servetten volgens De telegraaf (11 juni 1906). Ter vergelijking, Thérèse Schwarze die voor haar inzending de Grand Prix d’Excellence krijgt, ontvangt een kledingstuk van het Franse modehuis Boué Soeurs.
Teken van leven
In 1907 verhuist Suy vervolgens naar Zwitserland.[11] Exposeren doet ze dan steeds minder. Op de tentoonstellingen van Maatschappij Arti et Amicitiae, waaraan ze doorgaans twee maal per jaar deelneemt, is na 1910 immers geen werk van haar meer te zien. Wel neemt ze in 1913 nog deel aan de tentoonstelling ‘De Vrouw 1813-1913’ in Amsterdam. In de bijbehorende catalogus wordt ook haar woonplaats genoemd, Territet ten zuiden van Montreux.
Daarna wordt de bloemenschilderes uitsluitend nog genoemd in een tentoonstellingscatalogus met aansluitend een veiling ten bate van het Nationaal Steun-Comité, gehouden in Den Haag in 1914.[12] De aquarel van Suy die dan onder de hamer komt, is geschonken door baron Sweerts de Landas uit Rotterdam. De aquarelliste doneert het werk dus niet zelf. Misschien gebeurt de donatie dan ook zonder haar medeweten.
Open einde
Het verhaal over Wilhelmine Suy blijft onafgesloten. Het is immers onduidelijk waarom ze naar Zwitserland verhuist en wanneer ze sterft. Als haar stiefmoeder Hermine Rochussen in 1936 overlijdt, staat Wilhelmines naam niet naast die van haar zussen Pauline en Antonia in de rouwadvertenties, zoals die in De telegraaf (24 november 1936). Het is een sterke indicatie dat Wilhelmine inmiddels ook al is overleden, maar wanneer precies blijft onduidelijk. Het kan kort na haar deelname aan de tentoonstelling ‘De Vrouw 1813-1913’ zijn, maar het is evengoed mogelijk dat ze pas jaren later sterft. Exposeren in Nederland doet ze al die tijd niet meer.
Ondertussen aquarelleert ook Wilhelmines zus Pauline, al speelt de schilderkunst in haar leven een beduidend andere rol. Hoewel Pauline soms ook bloemen schildert, legt zij zich vooral toe op stadsgezichten. Bovendien exposeert ze slechts bij uitzondering. Over Pauline Suy gaat mijn volgende post. Die komt over een week online.
Selectie van werk
In tegenstelling tot de lange lijst met tentoonstellingen (hieronder) is een overzicht van aquarellen van Wilhelmine Suy maar kort. In de kunsthandel heb ik er maar enkele – en een pastel – kunnen terugvinden, terwijl Suy ongetwijfeld een veelvoud heeft gemaakt, geëxposeerd en verkocht. Haar werk is bovendien zelden gedateerd, waardoor er moeilijk een chronologische volgorde in aan te brengen is.

1. Rozen, gesigneerd ‘W. Suy’ (linksonder), waterverf op papier (aquarel), 470 x 343 mm (18,5 x 13,5 inches).
Collectie en herkomst onbekend
Bron: Flickr

2. Boeket bloemen in een glazen vaas, gesigneerd ‘W. Suy’ (rechtsonder), waterverf op papier (aquarel), 490 x 335 mm.
Herkomst: Den Haag, Venduehuis der notarissen, veiling Algemene kunst- en antiekveiling, 29-31 maart 2006, lot 518.
Bron: RKD

3. Witte chrysanten, gesigneerd met initialen ‘W S’ (rechtsonder), waterverf op papier (aquarel), 490 x 335 mm.
Herkomst: Den Haag, Venduehuis der notarissen, veiling Halfjaarlijkse kunst- en antiekveiling, 12-14 mei 2004, lot 518.
Bron: RKD
4. Rozen, waterverf op papier (aquarel), 300 x 220 mm. Laren, Loth Gijselman, veiling 15 mei 1990, lot 210. Bron: Artprice
5. Stilleven van rozen, waterverf op papier (aquarel), 370 x 540 mm. Laren, Loth Gijselman, veiling 15 mei 1990, lot 211. Bron: Artprice

6. Bloemstilleven met berganica’s, gesigneerd ‘W. Suy’ (rechtsonder), waterverf op papier (aquarel), 390 x 490 mm.
Herkomst: Den Haag, Glerum, veiling Haagse kunst 1800-2000, 9-10 december 2002, lot 137; wellicht identiek aan ‘berganica’s’ op de tentoonstelling Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1897a.
Bron: RKD
7. Rhododendrons in gemberpot, gesigneerd, waterverf op papier (aquarel), 330 x 490 mm. Dordrecht, Mak BV, veiling Antiquiteiten en Kunstvoorwerpen, 8 juni 2005, lot 253; id., veiling Aquarellen en tekeningen, grafiek, bijbels en theologie, 5 april 2005, lot 89; wellicht identiek aan ‘rhododendrons’ op de tentoonstelling Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1897c. Bron: Artprice
8. Stilleven met appels, gesigneerd en gedateerd [onleesbaar]03, pastel op papier, 310 x 370 mm (ovaal). Rotterdam, Vendu Notarishuis, Kunst en antiekveiling, 17 november 2009, lot 113. Bron: Artprice
Tentoonstellingen
Een zoektocht naar de tentoonstellingen waaraan Wilhelmine Suy deelneemt, levert een indrukwekkende lijst op. Vanaf 1884 exposeert ze haar werk en na 1896 neemt de hoeveelheid tentoonstellingen per jaar toe. Als lid van het kunstgenootschap Maatschappij Arti et Amicitiae exposeert ze dan geregeld in en buiten Amsterdam, vaak meermaals per jaar.
Sneek 1884: “De Teekening van Mej. Suij: Aardbeziën (f60) dezer dagen door den heer H. Pijttersen Tz in het loge-gebouw alhier tentoongesteld” [volgens via Sneeker nieuwsblad (26 april 1884), p. 2 via Kranten in de gemeente Sudwest Fryslan]
- “Aardbeziën” [ter verloting aangekocht uit de collectie Goupil & Co]
Den Haag, Firma Goupil, 1885: Kunstbeschouwing [recensie van E.G.O. in Het vaderland (25 maart 1885), p. 1 via Delpher]
- “Stokrozen”
- “Veldbloemen”
Rotterdam 1885: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken
- “Bloemstuk. Teekening” (nr. 403)
Utrecht, Arti et Litteris, 1885: Kunstbeschouwing van aquarellen, van de heer Rodenburg te Dordrecht [recensie van M.N.J. Moltzer in Vox studiosorum 11, nr. 32 (3 december 1885) via Delpher]
- “bloemen”
Den Haag 1885: Kunstbeschouwing van de portefeuille van de heren H.D. Salomonson van Rotterdam [recensie van E.G.O. in Het vaderland (21 december 1885), p. 2 via Delpher]
- “wilde bloemen”
Middelburg, Uit het volk, voor het volk, 1885: Kunstbeschouwing van de collectie aquarellen, verzameld door den heer J.W.M. Roodenburg te Dordrecht [recensie in Middelburgsche courant (3 december 1885), p. 1 via Krantenbank Zeeland]
- “bloemen” (nr. 46)
Den Haag 1886: Aquarellententoonstelling [recensie in Middelburgsche Courant (15 maart 1886), p. 6 via Krantenbank Zeeland]
- “Rozen”
Amsterdam 1889: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- Margueriten en wilde rozen (aquarel)” (nr. 522)
- “Rozen (aquarel)” (nr. 523)
Den Haag 1890: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “Chrysanthemums. (Waterverfteekening)” (nr. 422)
_ , Firma Goupil, 1890: Raamexpositie [aankondiging in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (25 november 1890), p. 2 via Delpher]
- “waterverfteekening: ‘Bloemen'”
Amsterdam 1891: Tentoonstelling van kunstvoorwerpen door Nederlandsche artiesten, bestemd voor de verloting, te houden in maart 1891
- “Aquarel. Marguérites” (nr. 144)
- “Aquarel. Stokrozen.” (nr. 145)
Rotterdam 1891: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken
- “Kerstrozen. (Aquarel.)” (nr. 427) [als “Snij, W., Amsterdam”]
Den Haag, Pulchri Studio, 1892: Kunstbeschouwing van de portefeuille van mevrouw Tersteeg [recensie van E.G.O. in Het vaderland (17 februari 1892), p. 3 via Delpher]
- “stilleven”
Arnhem 1893: Tweede internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, 8 augustus – 19 september 1893
- ” Chrysanthemums” (nr. 391)
Utrecht, Arti et Litteris, 1893: Kunstbeschouwing van de portefeuille van den heer J.M. Rodenberg te Amsterdam, 30 november [recensie van …e in Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad (6 december 1893), p. 5 via Delpher]
- “een … ruiker bloemen”
Goes 1893: Tentoonstelling van een verzameling aquarellen, etsen en voorwerpen van beeldhouwkunst [recensies in Goessche courant (12 december 1893), p. 1 via Krantenbank Zeeland en De Zeeuw (12 december 1893), p. 2, opnieuw via Krantenbank Zeeland]
- “Rozen”
Den Haag 1895: Kunstbeschouwing van de verzameling van mevrouw H.G. Tersteeg [recensie in Het vaderland (22 februari 1895), p. 2 via Delpher]
- vruchten of bloemen
Amsterdam 1895: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “Tulpen” (nr. 562)
_ , Doctrina et Amicitiae, 1895: Kunstbeschouwing van de portefeuille aquarellen van J.H. van Eeghen [recensie in Algemeen handelsblad (25 december 1895), p. 2 via Delpher]
- “bloemstuk”
Utrecht, Schilder- en Teekenkundig-Genootschap Kunstliefde, 1896: Kunstbeschouwing van de portefeuille van Arti et Amicitiae [recensie in Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad (11 januari 1896), p. 1 via Delpher]
- “Rozen”
Den Haag 1896: Tentoonstelling van waterverf-, potlood- en krijttekeningen, te zamen de portefeuille Salomonson uitmakende [recensie van G. in Algemeen handelsblad (12 april 1896), p. 1 via Delpher]
- “bloemen”
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1896: Tentoonstelling van teekeningen enz.
- “Zonnebloemen” [verkocht volgens Arnhemsche courant (4 mei 1896) via Delpher]
_ , _ , 1897a: Tentoonstelling [recensie in Java-bode (13 januari 1897), p. 1 via Delpher]
- “Berganica’s” [aangekocht voor de verloting volgens Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant (5 januari 1897), p. 2 via Delpher]; vergelijk selectie van werk, cat. 5.

_ , _ , 1897b: Tentoonstelling [recensie van A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (13 mei 1897), p. 5 via Delpher]
- “bloemen”
Arnhem 1897: Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, Musis Sacrum, 14 juli – 1 september
- “Narcissen (aquarel.)” (nr. 284)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1897c: Najaartentoonstelling [recensie van A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (1 december 1897), p. 15 via Delpher]
- “rhododendrons” [aangekocht voor de verloting volgens Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (11 november 1897), p. 2 via Delpher]; vergelijk selectie van werk, cat. 6.
Rotterdam 1898: Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken [recensie in Het nieuws van den dag (27 juni 1898), p. 9 via Delpher]
- “Sneeuwballen. (Aquarel.)” (nr. 364)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1898: Tentoonstelling
- “Zonn[e]bloemen” [aangekocht voor de verloting volgens De nieuwe vorstenlanden (6 februari 1899), p. 2 via Delpher en gevallen op een lot in Nederlands-Indië, nu Indonesië, volgens Soerabaijasch handelsblad (8 februari 1899), p. 1 via Delpher]
‘s-Hertogenbosch, ‘s-Hertogenbossche Kunstkring, 1898: Expositie uit de portefeuille van de Maatschappij Arti et Amicitiae [recensie in De Noord Brabanter (26 november 1898, p. 3 via Delpher]
- “Narcissen”
Dieren 1898: Tentoonstelling van schilderden en aquarellen in de Carel van Walree-stichting Dieren [recensie in Zutphensche courant (23 december 1898) via Delpher]
- “Narcissen”
Amsterdam 1899: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “Winter en Zomer (aquarel)” (nr. 423)
Arnhem, Artibus Sacrum, 1899: Tentoonstelling
- “Bloemen” [aangekocht voor de verloting volgens Arnhemsche courant (17 juni 1899) via Delpher]
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1899: Tentoonstelling van aquarellen, teekeningen, enz.
- “Sneeuwballen” [aangekocht voor de verloting volgens Het vaderland (13 november 1899), p. 6 via Delpher]
_ , _ , 1900: Tentoonstelling van tekeningen [recensies in Arnhemsche courant (25 oktober 1900) via Delpher en Het nieuws van den dag (8 november 1900), p. 5 via Delpher]
- “Kerstrozen’ met muurbloemen”
Arnhem, Artibus Sacrum, 1900: Kunstbeschouwing van de portefeuille van Arti et Amicitiae te Amsterdam [recensie in Arnhemsche courant (29 december 1900) via Delpher]
- “Kleine zonnebloemen”
Arnhem 1901: Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem (tweede vierjaarlijksche), 15 juni -1 augustus
- “Kerstrozen en muurbloemen (aquarel)” (nr. 380)
Batavia, 1901: Aquarellententoonstelling [recensie in Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië (17 december 1901), p. 2 via Delpher]
- “Bloemen” (nr. 63)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1902: Tentoonstelling [recensie van A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (1 mei 1902), p. 6 via Delpher en van Van den Montelbaen in Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage (12 mei 1902), p. 5 via Delpher]
- “een paar aquarellen, voorstellende sneeuwbollen en rhododendrons” [een van beide aangekocht voor de verloting volgens De telegraaf (2 mei 1902), p. 2 via Delpher]
Scheveningen 1902: Exposition internationale, juli
- “Aquarelle ‘Fleurs'” (nr. 299)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1902: Teekeningen [recensie van A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (8 november 1900), p. 5 via Delpher]
- “Dubbele narcissen”
Haarlem, Kunst zij ons doel, 1902: Expositie der collectie aquarellen uit den kunsthandel der Firma C.M. van Gogh te Amsterdam [recensie in Alkmaarsche courant (21 november 1902), p. 5 via Archief Alkmaar]
- onbekend
Nijmegen, Algemeene Kunstvereeniging, 1903: Portefeuille van Arti et Amicitiae, die in het zaaltje van hotel-Mulder, Burchtstraat, geëxposeerd is, 4 en 5 januari [recensie in PGNC (4 januari 1903), p. 1 via RAN]
- “Kerstrozen” (nr. 67)
Zutphen, Pictura, 1903: Portefeuille van Arti, die … door Pictura wordt geëxposeerd, 23 en 24 februari [recensie in Zutphensche courant (23 februari 1903) via Delpher]
- “Narcissen”
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1903a: Tentoonstelling
- onbekend (nr. 258) [verkocht volgens Algemeen handelsblad (4 mei 1903), p. 1 via Delpher]
Amsterdam 1903: Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters
- “Sneeuwballen (aquarel)” (nr. 744)
_ , Arti et Amicitiae, 1903b: Tentoonstelling [recensie van L. in De telegraaf (2 november 1903), p. 1 via Delpher]
- “Rhododendrons”
_ , _ , 1904a: Tentoonstelling [recensie in Het nieuws van den dag (16 mei 1904), p. 9 via Delpher]
- “Muurbloemen” (nr. 269) [aangekocht voor de verloting van de Vereeniging tot Bevordering van beeldende Kunsten volgens Het nieuws van den dag (28 april 1904), p. 10 via Delpher]
_ , _ , 1904b: Najaarstentoonstelling [recensie van A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (21 november 1904), p. 6 via Delpher]
- “Klaprozen”
- “Muurbloemen” [aangekocht voor de verloting volgens Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant (31 december 1904) via Delpher en De Amsterdammer (25 december 1904), p. 12 via Historisch Groene]
_ , _ , 1905a: Tentoonstelling van kunstwerken van leden van Arti [recensies in Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant (15 mei 1905) via Delpher en van I.N. Terim in Het nieuws van den dag (4 mei 1905), p. 9 via Delpher]
- “Rhododendrons … in waterverf … geteekend” (nr. 238) [verkocht volgens Het nieuws van den dag (13 mei 1905), p. 10 via Delpher]
Arnhem 1905: Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters (derde vierjaarlijksche), 15 juli tot 18 augustus [recensie in Arnhemsche courant (12 augustus 1905) via Delpher]
- “Rhododendrons” (nr. 296)
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1905b: Tentoonstelling van teekeningen en beeldhouwwerken, tot 6 december [recensie van A.C. Loffelt in Het nieuws van den dag (16 november 1905), p. 7 via Delpher]
- “witte en rose ‘Violieren’ in blauw en witgekleurd aardewerk” (nr. 188) [verkocht volgens De nieuwe courant (5 december 1905), p. 2 via Delpher]
_ , _ , 1906a: Tentoonstelling [recensies in De nieuwe courant (10 april 1906), p. 2 via Delpher en in De tijd (20 april 1906), p. 6 via Delpher]
- “Muurbloemen” (nr. 200) [verkocht voor de verloting volgens Algemeen handelsblad (5 mei 1906), p. 9 via Delpher]
Parijs 1906: Exposition des arts de la femme [bekroningen in De telegraaf (1 juni 1906), p. 6 [Delpher]
- “Teekening met waterverf”
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1906b: Tentoonstelling van kunstwerken
- onbekend [aangekocht voor de verloting volgens Algemeen handelsblad (11 december 1906) via Delpher]
Utrecht 1907: Kunstbeschouwing van aquarellen, etsen en teekeningen uit de portefeuille van Arti et Amicitiae [recensie van E. in Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad (28 februari 1907), p. 3 via Delpher]
- “Zonnebloemen”
Amsterdam Arti et Amicitiae, 1907: Tentoonstelling van kunstwerken vervaardigd door leden der maatschappij, april – mei
- “Muurbloemen” (nr. 249)
Leeuwarden 1907: Tentoonstelling van aquarellen en teekeningen uit de portefeuille van Arti et Amicitiae [recensie in Leeuwarder courant (16 april 1907), p. 3 via Delpher]
- “Zonnebloemen”
Haarlem, Kunst zij ons doel, 1908: Collectie aquarellen en etsen uit de portefeuille van het genootschap Arti et Amicitiae [recensie in Alkmaarsche courant (9 januari 1908), p. 2 via Archief Alkmaar]
- “Pioenrozen”
Sneek 1909: Kunstbeschouwing van de vereeniging Arti et Amicitiae [recensie volgens Sneeker Nieuwsblad (9 januari 1909), p. 2 via Kranten in de gemeente Sudwest Fryslan]
- “Azalea’s”
Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1909a: Tentoonstelling van Kunstwerken vervaardigd door Leden der Maatschappij, april – mei
- “Muurbloemen” (nr. 216)
_ , _ , 1909b: Tentoonstelling van Teekeningen en Beeldhouwwerken, vervaardigd door Leden der Maatschappij, oktober – november
- “Renonkels” (nr. 176) [verkocht volgens Het nieuws van den dag (10 november 1909), p. 17 via Delpher]
_ , _ , 1910a: Kunstbeschouwing [recensie in Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad (23 februari 1910), p. 3 via Delpher]
- “muurbloemen”
_ , _ , 1910b: Najaarstentoonstelling
- onbekend (nr. 181) [verkocht volgens Algemeen handelsblad (28 november 1910), p. 6 via Delpher]
Amsterdam 1913: Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913
- “Violieren” (nr. 296)
Den Haag 1914: Nationale tentoonstelling van kunstwerken, onder bescherming van H.M. de Koningin, met daaraan verbonden verloting ten bate van het Koninklijk Nationaal Steun-comité
- “Bloemen, aquarel” (nr. 1048)
Literatuur
Catalogi
- Cat. Amsterdam 1889. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1889 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 48. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1895. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1895 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 45. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1891. Tentoonstelling van kunstvoorwerpen door Nederlandsche artiesten, bestemd voor de verloting, te houden in maart 1891 (Amsterdam: Commissie voor de verloting ten bate van het burgerziekenhuis alhier), p. 18. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1899. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1899 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 33. [RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1903. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1903 (Amsterdam: Stads-Drukkerij), p. 69. [Internet Archive en RKD Library]
- Cat. Amsterdam 1913. Tentoonstelling ‘De Vrouw’ 1813-1913. Amsterdam. Afdeeling Beeldende Kunsten. Mei – October (Amsterdam, 1913), p. 18. [Atria]
- Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1907. Tentoonstelling van Kunstwerken Vervaardigd door Leden der Maatschappij. April-Mei 1907 (Amsterdam). [DoMe]
- Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1909a. Tentoonstelling van Teekeningen en Beeldhouwwerken Vervaardigd door Leden der Maatschappi. April-Mei 1909 (Amsterdam). [DoMe]
- Cat. Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1909b. Tentoonstelling van Teekeningen en Beeldhouwwerken vervaardigd door Leden der Maatschappij. Oct-Nov 1909 (Amsterdam). [DoMe]
- Cat. Arnhem 1893. Tweede internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, van 8 augustus – 19 september 1893 (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 32. [RKD Library]
- Cat. Arnhem 1897. Internationale tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem, Musis Sacrum, van 14 juli tot 1 september 1897 (eerste vierjaarlijksche) (Arnhem: Van Mastrigt en Verhoeven), p. 26. [RKD Library]
- Cat. Arnhem 1901. Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem (tweede vierjaarlijksche) 15 juni tot 1 augustus 1901 (Arnhem: G.J. Thieme), p. 41. [RKD Library]
- Cat. Arnhem 1905. Gemeentelijke tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te Arnhem in Musis Sacrum (derde vierjaarlijksche), 15 juli tot 18 augustus 1905 (Arnhem: G.J. Thieme), p. 31. [RKD Library en DoMe]
- Cat. Den Haag 1890. Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters te ‘s-Gravenhage 1890 (Den Haag: Mouton), p. 33. [RKD Library]
- Cat. Den Haag 1914 [1915]. Catalogus van de nationale tentoonstelling van kunstwerken, onder bescherming van H.M. de Koningin, met daaraan verbonden verloting ten bate van het Koninklijk Nationaal Steun-comité 1914 (Leiden: Sijthof), p. 30. [Delpher]
- Cat. Rotterdam 1885. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1885 (Rotterdam), p. 40. [RKD Library en Google Books]
- Cat. Rotterdam 1898. Catalogus der Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1898 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 40. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1891. Catalogus der tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, te Rotterdam, in 1891 (Rotterdam), p. 39. [RKD Library]
- Cat. Rotterdam 1898. Catalogus der Tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken, in het gebouw der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, in 1898 (Rotterdam: Stefanus Mostert & Zonen), p. 40. [RKD Library]
- Cat. Scheveningen 1902. Exposition internationale à Schéveningue. Catalogue de peintures, sculptures et autres œuvres d’art (Den Haag: M. v.d. Beek’s Hof-Boekhandel), p. 95. [Delpher]
Overig
- Hostyn, Norbert en Willem Rappard, Dictionaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880 (Knokke-Zoute: Berko, 1995).
- Scheen, Pieter A., Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, herziene ed. (Den Haag: Scheen, 1981).
Noten
[1] Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief 358.6, inv.nr. 328, 23-06-1859, Huwelijksakten van de gemeente Amsterdam, 1859, aktenr. Reg. 5 fol. 95v [Noord-Hollands Archief].
[2] Voor de geboorteakte van Johanna, zie Het Utrechts Archief te Utrecht, archief 481, inv.nr. 539-05, 04-06-1860, Amersfoort 1860, aktenr.198 [Het Utrechts Archief]. Voor Wilhelmine, zie id., archief 481, inv.nr. 540-01, 26-09-1861, Amersfoort 1861, aktenr. 315 [Het Utrechts Archief]. Voor die van Pauline, zie id., archief 481, inv.nr. 540-03, 23-05-1863, Amersfoort 1863, aktenr. 197 [Het Utrechts Archief].
[3] Archief Eemland te Amersfoort, Bevolkingsregister Periode: 1860-1915, Amersfoort, 000201_1417 [Archief Eemland]. Voor de Staatsalmanak voor het Koningrijk der Nederlanden 1864 (Den Haag: Nijhoff en Utrecht: Broese, 1863), p. 582 [Delpher].
[4] Voor de verhuizing van Jeanne Geurdina Tindal van Amersfoort naar Woerden, zie Archief Eemland te Amersfoort, Bevolkingsregister Periode: 1860-1915, Amersfoort, 000201_1417 [Archief Eemland].
[5] Voor de geboorteakte van Antonia: Het Utrechts Archief, archief 481, inv.nr. 110-01, 28-02-1865, Utrecht 1865, aktenr. 361 [Het Utrechts Archief].

[7] Andere leerlingen van schilderes Margaretha Roosenboom over wie ik al eens schreef, zijn Adrienne van Hogendorp s’-Jacob, Maria Beelaerts van Blokland, Marie Wuytiers, Cornelia Schouten en Maria Zubli-van den Berch van Heemstede.
[8] Zie Het Utrechts Archief, archief 5000, inv.nr. 1826, 23 mei 1863, Bevolkingsregister 1874-1893 [Stadsarchief Amsterdam]. Wanneer het gezin Suy-Rochussen in mei 1889 naar de Keizersgracht verhuist, gaat de jongste dochter niet mee. Antonia is namelijk op 21 augustus 1888 naar Doorn vertrokken waar zij met haar echtgenoot Klaas Fredrik Koning uit Vlissingen gaat wonen. Voor de huwelijksakte, zie Het Utrechts Archief, archief 481, inv.nr. 830-11, 27-09-1888, Doorn 1888, aktenr. 13 [Het Utrechts Archief].
[9] Stadsarchief Amsterdam, archief 64: Archief van de Commissie voor de Tentoonstelling van Kunstwerken van Levende Meesters, inv.nr. 107: Register op de ingekomen stukken, nr. 60: W. Suy [Stadsarchief Amsterdam]. Voor de bijbehorende catalogus, zie Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, te Amsterdam, in den jare 1892 (Amsterdam: Stads-Drukkerij, 1892) [Stadarchief Amsterdam].
[10] Dordrecht, Mak BV, veiling Antiquiteiten en Kunstvoorwerpen, 8 juni 2005, lot 253; id., veiling Aquarellen en tekeningen, grafiek, bijbels en theologie, 5 april 2005, lot 89; wellicht identiek aan ‘rhododendrons’ op de tentoonstelling Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1897c.
[11] Scheen 1981, p. 506-507 en Hostyn en Rappard 1995, p. 364.
[12] Cat. Den Haag 1914 [1915], p. 30, nr. 1048.